vrijdag, december 7

7 december 2012

Vandaag  rijden we over de  tuinroute  van Knysna  naar Oudtshoorn. We zien veel lokale bevolking langs de snelweg lopen op weg naar hun werk. We rijden langs de Groenvlei (vlei = plas). Een enorm zoetwatermeer net achter de oceaan waar een rivier op uitmondt. We passeren Sedgfield. Dit dorp werd gesticht in 1928 toen de spoorlijn tussen George en Knysna werd aangelegd. Het heet dan wel de Tuinroute maar het valt wat tegen  wat het aantal bloemen langs de weg betreft. Maar alles is wel groen. We stoppen bij een uitkijkpunt waar we een spoorbrug over de Kaaimanrivier kunnen zien. Een paar jaar geleden is het hier vanwege de vele regen en een aardbeving helemaal overstroomd en  zijn er zelfs huizen weggespoeld de ruines hiervan staan er nog precies zo bij. De spoorbrug is ook beschadigd en de deze spoorlijn  tussen Knysna en Wilderness  met de befaamde Outeniqua Choo Tjoe stoomlocomotief rijd daarom niet meer. 
We rijden verder naar het  stadje George, het hart van de tuinroute, waar we stoppen bij weer eens een shopping Mall. We hebben Paul weer moeten betalen voor een excursie en hij wil zo snel mogelijk naar de bank om dit geld te storten. Er is hier ook een Mc Donald  waar we koffie drinken. Andre komt hier ook naar toe en heeft een soft ijsje  gekocht. Joke wil dat ook wel.
Na een half uur rijden we weer verder over de N2 en daarna via de N12 richting Oudshoorn. Aan de linkerkant zien we een stadion en een golfbaan. Rechts liggen de 2500 meter hoge Outeniquabergen. We verlaten het bewoonde gebied en zien alleen nog eindeloze pijnboomplantages. Na een halfuurtje stoppen we langs de weg en moeten we op een teken van Paul allemaal tegelijk de weg oversteken want dit is een onoverzichtelijk punt vlakbij een bocht in de weg. Vanuit het uitzichtpunt kijken we uit over een groen begroeide bergketen.  Paul vraagt hoeveel passen we zien. We ontdekken er drie.
Er blijken vier passen te zijn. Paul geeft uitleg over de vier passen. De eerste pas heet de Attaquas kloof, een eeuwenoud olifantenspoor ten westen van de mosselbaai. De tweede was Duivelskop, ook wel  Voortrekkerpas genoemd.  De derde is Cradock kloof.  De vierde is de snelweg waar we nu op rijden. Na een kwartiertje rijden we weer verder. We gaan de N62 op. Wij zijn aangekomen in de Kleine Karoo, halfwoestijn. Karoo betekent plek van de droogte. Na enige tijd bereiken we Oudtshoorn. Het kan hier wel 52 graden worden. De huizen hebben dikke muren die de warmte buiten houden. De stoep voor het huis is overkapt, zodat de zon de ramen niet kan bereiken. We arriveren bij de struisvogelboerderij “Cango Ostrich Farm”.
In een lokaal krijgen we klassikaal uitleg over de bijzondere eetgewoonte van de struisvogel (o.a. kiezelstenen) het uitbroeden van de eieren met de broedmachine en de huid van de struisvogel. Dit is het 2e sterkste leer van alle leersoorten en erg duur.  Daarna lopen we  langs verschillende buitenverblijven.
In elk verblijf lopen slechts enkele struisvogels.  Degene die wil mag de struisvogels voeren, ze pikken het eten van je hand. 
Daarna gaan Verena, Larissa  en Celeste op de struisvogels rijden. Voordat er op de struisvogels gereden kan worden krijgen de vogels een kapje over hun kop. Ze worden dan rustig zodat er makkelijker opgestapt kan worden. Het lukt ze goed. Als Celeste op de struisvogel zit gaat iedereen uit z’n dak. Tot slot laten de medewerkers van de boerderij zien hoe het echt moet. Er ligt een hoop struisvogel eieren daar mag je op gaan staan om te laten zien hoe sterk die dingen zijn. 
Daarna mag weer iedereen die dat wil de struisvogels eten geven en krijg je bak eten in je handen en wordt je met je rug naar de vogels gezet.  Daardoor komen ze aan alle kanten langs je heen om het eten uit de bak te pakken. Als ware krijg je een nekmassage. Het is heel leuk om dit te doen, het kriebelt een beetje en het gaat er hard aan toe.
We gaan hier ook eten. Bert neemt een tosti en Joke een broodje. We krijgen allemaal een Afrikaans broodje met jam. Het broodje wat Joke besteld heeft blijkt wel erg groot te zijn. 
Het gaat ook niet helemaal op. Na het eten mogen we de winkel in, hier kan je o.a. plumeaus kopen met struisvogelveren. Wij kopen een magneetje. We mogen nog snel even terug om nog wat foto’s te maken van de kop van een struisvogel.  Echt een veld met heel veel struisvogels hebben we hier niet gezien.
Hierna rijden we verder naar de Cango Caves. We krijgen een rondleiding van iemand die onderweg regelmatig gaat zingen om aan te geven hoe goed de akoestiek is. Andre helpt hem een beetje. Tot een paar jaar geleden werden hier concerten gegeven, maar dat mag niet meer vanwege de veiligheid, er is bijvoorbeeld maar één uitgang en er kunnen een paar duizend mensen in. We bezoeken vijf zalen. Het is best mooi, maar niet indrukwekkend.
Na de grotten gaan we naar het hotel “Turnberry Lodge”waar we bijtijds aankomen. We gaan bij het zwembad zitten en even het water in om verkoeling te zoeken terwijl er op het terras al druk gewerkt wordt aan de braai van vanavond. Lekker even kletsen met de mensen met een wijntje en een biertje daar waren we aan toe.

’s  Avonds zitten met z’n allen om de braai heen. We krijgen eerst een broodje, een soort tosti.  Daarna gaan we het restaurant in om de rest van de maaltijd te nuttigen. Hebben we eindelijk een braai gehad, dat hoort toch ook bij Zuid-Afrika.

Geen opmerkingen: