vrijdag, december 25

25 december

Na het ontbijt gaan we om ach tuur de bus in op weg naar de veerboot die ons naar Lombok gaat brengen. Om half negen zijn we in de haven en om een uur of negen gaat onze boot. Jan heeft er voor gezorgd dat de koffers aan boord komen en da is het tijd voor weer een afscheid Jan gaat niet met ons mee naar Lombok. Wij mogen op het bovenste open dek zitten. Er staat een houten bankje waar we net met zijn vieren op kunnen zitten. Het is al aardig warm en uit de twee schoorstenen van het schip komt zwarte rook. Op het dek ligt het vol met roetdeeltjes die door de wind opgewaaid worden. Binnen de kortste keer zitten onze kleren en de delen van ons lichaam dat niet bedekt is vol met deze roetdeeltjes. Gelukkig is het maar voor vier uur. Om half tien vertrekt de boot en we zien Bali langzaam maar zeker steeds kleiner worden. Na twee uur varen zien we Dolfijnen langs het schip mee zwemmen. Het zijn er best veel. Het leid in ieder geval voor even de aandacht af van de hitte want het is windstil en de zon staat pal boven ons. De gangboorden zijn overdekt en daar is iets minder warm. Op een bepaalt moment besluiten we om te kijken of er in het schip nog een zitplaats is. Maar alles zit vol en de IndonesiĆ«rs hebben de gewoonte om hun afval op de grond te gooien. Het ziet er binnen dan ook niet meer uit. Er is nog een eerste klas ruimte met luxe stoelen, en er wordt zelfs een film gedraaid over een zinkend schip. Maar er is alleen plaats voor de twee dames en wij gaan weer terug naar boven. We trekken een plastic zak uit elkaar en gaan op de door roet bevuilde dek zitten. Het is nog maar een uurtje. Eindelijk komt de haven inzicht en we passeren een andere veerboot die nog op zijn beurt ligt te wachten om aan te meren. En na nog een stukje doorvaren wordt bij ons het anker neergelaten. Dit is wel even een tegenvaller. Ik begin ondertussen wel zin in een biertje te krijgen. Hier is gelukkig aan gedacht er komen allerlei kleine bootjes naar ons toe gevaren met eten en drinken. En ja hoor een kwartier later komt er iemand langs met bier en fris. De prijzen liggen wel een stuk hoger dan we gewent zijn. Maar ja je hebt dorst of niet. Na meer dan een uur wachten met uitzicht op de haven mag het schip dan aanmeren. We hadden gehoord en gelezen dat zodra de klep zou open gaan het schip zou worden bestormd door mannen die allemaal onze koffer naar de bus wilen dragen. Maar dit viel mee. De mannen die het bier en fris verkochten waren niet van boord gegaan en boden aan voor 80.000 roepies de vier koffers van boord te halen. Na wat onderhandelen werd het 50.000 roepies. Wat best redelijk is want ze moesten op de boot een hele smalle trap af en daarna moesten ze het autodek over waar de bussen, personenauto´s en vrachtwagens heel dicht op elkaar staan en dan nog een eind over de kade naar de bus. Wij moesten ook via het autodek en voor dat de klep open was had iedereen de motoren al gestart waardoor het er blauw zag van de uitlaatgassen. Eindelijk van boord, we worden opgewacht door Apique de nieuwe gids en dan de bus in. Apique verteld ons dat het nog anderhalf uur rijden is naar het hotel. We stoppen onderweg nog voor een bakje koffie. Apique is een goedgehumeurde man die de hele weg zijn mond niet houdt, terwijl wij naar onze hotel kamer verlangen. We zijn helemaal bezweet en zitten onder het roet. Apique verteld ons over de excursies die we kunnen boeken, en begint daarna ook over Brandend zand te zingen. We moeten wel weer mee doen. Het hotel ligt nogal afgelegen en er zijn geen winkeltjes in de buurt dus stoppen we onderweg om bier en fris en natuurlijk koekjes te kopen. Het hotel is duur volgens Apique. Eenmaal in het hotel besluiten we dan ook om niet in het restaurant van het hotel te gaan eten. Onze maaltijd bestaat op eerste kerstdag weer eens uit koekjes.

Geen opmerkingen: